Huisartsenposten slechter bereikbaar

By administrator In Medisch nieuws

Huisartsenposten kunnen de stijgende zorgvraag heel slecht aan. Zeker in de avond-, nacht- en weekenduren zijn huisartsen steeds slechter bereikbaar.
Dat blijkt uit een jaarlijkse inventarisatie van de huisartsenposten zelf.

Het aantal telefoontjes, consulten en visites blijft toenemen. Bovendien hebben steeds meer zorgvragen op de huisartsenposten een “meer dringend karakter”. Tevens zijn mensen -ook voor niet dringende zaken- steeds vaker geneigd de huisartsenpost (onterecht) te raadplegen.

Deze ontwikkelingen hebben hun weerslag op de telefonische bereikbaarheid van de posten, blijkt uit de analyse.
Ontmoedigend
Ook uit onafhankelijk onderzoek van de Consumentenbond blijkt dat de telefonische wachttijden bij huisartsenposten “ontmoedigend lang zijn”. De bond heeft voor een eigen inventarisatie veertig huisartsenposten twintg maal gebeld op de niet-spoedeisende telefoonlijn.

Van de veertig posten waren er 38 niet in staat om het merendeel van de telefoontjes binnen 2 minuten aan te nemen. Alleen bij de Doktersdienst Groningen en de Dienstenstructuur Zuidwest Drenthe kwamen de wachttijden niet boven de 2 minuten uit. Dit is de wettelijke norm voor het te woord staan van patiënten die bellen.
Vergrijzing
Volgens de huisartsen komen de problemen vooral doordat de bevolking vergrijst. Bovendien blijven kwetsbare patiëntengroepen zoals ouderen en mensen met psychische klachten langer thuis. Dat zorgt ervoor dat zij ook steeds vaker buiten kantooruren een beroep op de huisartsenposten moeten doen.

De huisartsenposten in Nederland deden in 2015 ruim 4,1 miljoen verrichtingen. Dat is een duidelijke stijging in vergelijking met de cijfers uit 2013 en 2014.
Consulten
Vooral de consulten en telefonische contacten laten ten opzichte van 2014 een stijging zien (4,4 procent). Het aantal visites is toegenomen met 1,9 procent.

De huisartsen willen snel in gesprek over deze cijfers met andere betrokkenen als patiëntenorganisaties, de Landelijke Huisartsen Vereniging, zorgverzekeraars en de overheid.